De tienjarige Finn is anders dan andere jongens: hij houdt van tuinieren en spelen op zijn ukelele, en wil alleen eten in cafes met de hoogste hygiene-classificatie. Zijn eigenaardigheid leidt tot gepest op school en de scheiding van zijn ouders maakt zijn leven alleen maar zwaarder. Na een ruzie tussen zijn ouders om de voogdij, neemt Finns moeder hem mee naar een nieuw cafe.De al wat oudere serveerster Kaz heeft een goed gevoel voor humor en een hart van goud, maar ze zit tegen een burn-out aan. Als Finn en zijn moeder tijdens een van haar diensten binnenkomen, wordt hun lot voorgoed bezegeld. Ze weten het nog niet, maar de tweede keer dat ze elkaar tegen het lijf lopen, zal hun leven op het spel staan.