Toen de jonge Noel Cartin was afgestudeerd aan de universiteit in het Oosten en de doktersbul had verworven, besloot hij naar het Westen, naar Meesa te trekken, waar zijn vader vijf jaar geleden op een geheimzinnige manier om het leven was gekomen. Noel Cartin kon niets bewijzen, maar voor hem stond vast dat zijn vader was vermoord door zijn oom, George Malidge. Doket Noel Cartin had het geluk dat hij kort voor Meesa op een man stootte, die in het Midden-Westen als de beste bandietenjager bekend stond. Een man,, die samen met zijn prachtige paard Satan en zijn wolf de schrik van alle bandieten was. Conny Coll luisterde naar het verhaal van Noel Cartin en hij besloot met de jonge dokter mee te gaan naar Meesa. Hij was ervan overtuigd, dat de dokter, die naar de maatstaven in het Westen gerekend nog een groentje was, niet lang zou leven, als hij hem niet terzijde stond.Al spoedig bleek dat in feite een man in Meesa de scepter zwaaide: George Malidge, die eigenaar was van de grootste ranch. Juist toen Conny Coll en Doc Carin in Meesa arriveerden, was Malidge bezig een gemene misdaad voor te bereiden. Hij wilde de grote ranch van Ronald Wood en diens prachtige vee in handen hebben. Maar Conny Coll en Doc Carin zetten Malidge de voet dwars en rekenden tenslotte in een hard gevecht af met de bandietenbende, die Meesa terroriseerde.